Territoria per soort in zes jaren
Van elke broedvogelsoort wordt de ontwikkeling van de verspreiding in één beeld gepresenteerd...
Lees verder
Tabellen met dichtheden per soort
Van alle soorten worden de dichtheden gepresenteerd in tabellen...
Lees verder
Belangrijk(st)e biotopen
Met kaarten van ecologische groepen worden de veranderingen in de verspreiding en kwaliteit van de belangrijkste biotopen in beeld gebracht...
Lees verder
|
Voor deze periode hoeven we niet te spieken bij het NHD, van het NPZK hebben we vlakdekkende karteringen uit 1996-1999, 2003-2004 en 2010-2011.
Vrijwel alle duingebied wordt nu begraasd, het vee heeft een paden netwerk gemaakt dat de struweelvlakken doet versnipperen, het duin is meer open geworden.
De beheerders hebben een groot aantal natuurherstelprojecten uitgevoerd, er zijn 300 hectares natte duinvallei gecreëerd op locaties die waren dicht gegroeid met stuikgewas. En duinen mogen weer stuiven, ook in de zeereep. In de Noord-West-kern (NPZK) kunnen wind en water pionier-situaties in stand houden.
Zijn de vergrassing-indicerende soorten teruggedrongen?
Ja, Graspieper en Sprinkhaanzanger zijn afgenomen. Graspieper is in aantal gehalveerd en de verspreiding is gekrompen, het middenduin is vrijwel verlaten. Ook Sprinkhaanzanger heeft tegenwoordig een duidelijk zwaartepunt in het westen. Die is sinds 2003-2004 minder sterk afgenomen dan Graspieper, maar Sprinkhaanzanger kon profiteren van een natte Sahel terwijl Graspieper last had van een strenge winter in 2010. De landelijke trend van Sprinkhaanzanger is continu stijgend geweest, de afname in het NPZK hangt dus echt samen met een gebieds-eigen verandering: afname van hoog en dicht gras.
Zijn de soorten van open, niet-vergrast duin teruggekomen?
Nee, Boomleeuwerik heeft zich kunnen handhaven, de anderen niet. Van Wulp, Patrijs en Tapuit zijn recent geen territoria vastgesteld.
Boomleeuwerik was toegenomen van 62 in 1999 naar 79 in 2004, maar is recent weer gedaald tot 58 in 2011. Dit is een opmerkelijke NPZK-ontwikkeling, de landelijke trend is recent juist stijgend en ook in het NHD is de stand verdubbeld. De stijging in het NHD heeft vooral plaatsgevonden in kalkarm duin in het noorden, daar zijn de dichtheden nu veel hoger dan in de kalkrijke duinen.
In het NHD lijkt de Boomleeuwerik te profiteren van begrazing, maar in het NPZK is dit kennelijk niet het geval.
Zijn de verstruiking-indicerende soorten teruggedrongen?
Vreemd genoeg niet of nauwelijks.
Nachtegaal daalde wel sterk tussen 1999 en 2004, van 784 naar 616, maar herstelde weer tot 724 in 2011.
De natte Sahel-winter van 2010 zou mede verantwoordelijk kunnen zijn voor dit herstel. Braamsluiper toont recent ook een piek, vermoedelijk ook dankzij de natte Sahel. Bij die soort zijn er ook geen tekenen dat de hoeveelheid geschikt habitat afneemt.
Kennelijk zijn er geen soorten afhankelijk van aaneengesloten dicht struweel, want er is geen struweelsoort die duidelijk is afgenomen door de struik-begrazing.
Bij de natuurherstelprojecten is 300 hectare natte vallei gecreëerd, er is daarbij ook 300 hectare struweel verdwenen.
Toch valt dit aan de totalen van de struweelvogels niet af te lezen.
Kennelijk zit het de struweelsoorten mee: een betere overwintering, en hier wordt het gemiddeld iets warmer. In het NHD is de groep nog verder toegenomen,
in het NPZK eigenlijk ook, het verlies van 300 hectare geschikt habitat wordt met hogere algehele dichtheden gecompenseerd.
De meeste struweelsoorten zijn Afgrika-gangers, Heggemus niet maar die is in het NPZK helaas niet geteld.
In het NHD wel: Heggemus is daar vanaf 2000 in aantal gedaald!
Mogelijk krijgen we momenteel een te positief beeld van de struweel-kwaliteit, want we kijken naar een groep soorten waarvan de overwinteringsomstandigheden de laatste tijd buitengewoon goed was.
Zijn de soorten van open duin met laag struweel terug gekomen in de verstruikte vlakken?
Deels. Grasmus is duidelijk toegenomen in het middenduin, die had niets aan hele dichte struwelen en profiteert van de meer open structuur die te danken is aan de veepaden. En Boomleeuwerik profiteert van elke meter kale bodem die erbij komt, behalve bij de natuurbouwprojecten, het moet wel met mos begroeid zijn.
Paapjes zijn niet teruggekomen. En bij de soort van open duin met her en der middelhoge struiken, de Roodborsttapuit,
lag het zwaartepunt van de verspreiding in 1996-1999 nog in het middenduin, maar bij de laatste kartering bleek dit verschoven naar het zeeduin. De toename van Roodborsttapuit in het zeeduin zou met de teruggedrongen vergrassing aldaar te maken kunnen hebben, maar de soort heeft niet geprofiteerd van het lichter worden van dichte struwelen in het middenduin, want in het middenduin zijn de dichtheden juist gedaald.
Roodborsttapuit heeft in het middenduin nadeel ondervonden van het 'slopen' van solitaire struiken in al open gebied.
Zijn Vos en Havik uitgegeten, heeft hun invloed zich gestabiliseerd?
Er mag een evenwicht verwacht worden tussen prooi en predator, een lage dichtheid van prooidieren waarbij de predator de focus op de prooi verliest, terwijl de reproductie van de prooisoort de schaarse verliezen door predatie kan opvangen.
Dit evenwicht licht in het duingebied kennelijk gevaarlijk dicht bij nul prooisoorten per 100 hectare. De grote grondbroeders Fazant, Patrijs, Bergeend, Wulp, zijn nagenoeg verdwenen sinds de komst van Vos, net zoals de meeuwenkolonies.
Maar er zijn tegenwoordig wel veel ganzen die op eilandjes broeden, zijn de vossen hun eetlust kwijt, of zijn er meer eilandjes en minder vossen?
Of is predatie toch niet doorslaggevend geweest bij de ondergang van de oude club grondbroeders, lag dat toch meer aan subtiele veranderingen in vegetatie en voedselaanbod? Dat een nieuwe club grondbroeders zich kan vestigen, met een andere voedselbehoefte,
pleit de Vos deels vrij van de volledige uitroeiing van de oude club.
Alle middelgrote vogels hebben nu generaties lang last gehad van generaties Haviken, daarvan had de grootste klap al plaatsgevonden voor de start van de NPZK-karteringen.
Van Groene Specht, Grote Lijster, Holenduif, Sperwer, Ekster en Zwarte Kraai zijn de aantallen nog steeds dalende. Dat Zwarte Kraai in grote delen geschikt habitat niet meer voorkomt door predatie van nestjongen, dat viel toch niet te verwachten?.
De Vlaamse Gaai laat zich kennelijk minder snel verschalken, daarvan lijkt het aantal zelfs licht groeiend, die heeft geprofiteerd van de dunningen in de naaldbossen en de verbossing van struweel. En Boomvalk foerageert nog wel in het duin, maar broedt in de polder, ver van de haviken. En de watervogels kunnen onderduiken, daarop lijkt de invloed beperkt.
Maar voor veel middelgrote vogelsoorten lijkt het evenwicht nog niet bereikt, de Havik kan nog meer op.
Zijn de naaldbossen omgevormd tot meer natuurlijke loofbossen?
Deels. In sommige percelen is een ondergroei met de gewenste inheemse loofhoutsoorten opgeslagen.
Er zijn echter ook veel naaldbossen waarin de opslag bestond uit Amerikaanse vogelkers, Esdoorn, Drents krenteboompje of andere exoten. Deze liggen vooral aan de binnenduinrand, daar is de belasting door vermestende luchtverontreiniging groter, maar Amerikaanse Vogelkers is ook in het middenduin een probleem geworden.
Dergelijke bossen zullen zich nooit goed ontwikkelen, hiervoor is een nieuwe ronde van beheermaatregelen nodig.
Van de loofzangers is Zwartkop duidelijk toegenomen, en onverwacht vond Appelvink een nieuwe voedselbron in de Amerikaanse vogelkers.
Verder zullen meer soorten geprofiteerd hebben van de opslag van loofhout in de voorheen saaie naaldhoutpercelen, bijvoorbeeld Pimpelmees, Winterkoning en Roodborst,
maar dit zijn algemene soorten die niet geteld zijn.
Voorheen sterk vergrasde dennenbossen zijn door begrazing geschikter geworden voor Gekraagde Roodstaart, die is nu veel talrijker.
Zijn de binnenduinrandbossen verder gerijpt?
Ja. Van de bosvogels heeft de Boomklever een uitgesproken voorkeur voor dikke bomen.
Deze indicator-soort is meer dan verdubbeld in het NPZK. Kleine Bonte Specht is ook verdubbeld, Grote Bonte is ook sterk in aantal gegroeid.
Tegelijkertijd zijn bossen lokaal vogelarmer geworden door begrazing.
De opslag van met name Kardinaalsmuts is grotendeels verdwenen,
de paden hoeven niet meer gemaaid te worden om te voorkomen dat ze dichtgroeien, maar er zijn ook veel Nachtegalen en Braamsluipers verdwenen. Minder opvallend is de afname van Kamperfoelie, die wordt vaak per ongeluk gesloopt; het aantal Staartmezen is daarom sterk gedaald.
Lokaal komt natuurlijke verjonging niet meer hoger dan een paar decimeters met een dunne waas van jonge boompjes en struikjes als gevolg.
Krijgen we een ondergroei van bonzai-boompjes zoals in het Deelerwoud? .
Hebben de natuurherstelprojecten de vogels van pionier-vegetaties geholpen?
Dat moeten we nog afwachten. De graafmachines zijn nog maar net weg, de thuishorende flora en insectenfauna moet zich nog ontwikkelen.
In eerste instantie hebben Kleine Plevier en Kievit direct kunnen profiteren van het nieuwe biotoop.
De kans dat Wulp, Patrijs en Tapuit weer terugkeren lijkt klein omdat het landelijk slecht gaat met die soorten, en van de terugkeer van Griel of Duinpieper kunnen we alleen maar dromen.
Maar er is nieuw grootschalig stuivend duin ontstaan, een landschapstype dat verdwenen was; er kan weer van Griel gedroomd worden...
|
Het Noordhollands Duinreservaat
Het Noordhollands Duinreservaat is een van de grootste natuurgebieden in ons land. Het gebied strekt zich uit van de terreinen van Tata Steel bij Wijk aan Zee tot de Schoorlse Duinen. Het gebied omvat duinen, strand, binnenduinrandbossen...
Lees verder
Professioneel onderzoek
De vogels zijn geteld door een team van beroepsvogelaars volgens de "territoriumkartering". De 1001 toppen en valleien zijn tenminste vijf maal bezocht...
Lees verder
Meer dan 100 soorten
In de reeks van onderzoeken zijn totaal 135 soorten met de status "broedvogel" vastgesteld. Jaarlijks broeden ongeveer 110 soorten in het NHD...
Lees verder
Belangrijk(st)e biotopen
Welke biotopen zijn van belang en welke zijn het belangrijkst?
Van plassen, moeras, pioniervegetaties, open duin, struweel, jong bos, bosranden, naaldbos, oud loofbos...
Lees verder
Interactieve dichtheidskaarten
Voor deze website zijn interactieve kaarten in Google Maps ontwikkeld, waarbij de bezoeker zelf de legenda kan wijzigen, zodat hotspots en coldspots in de verspreiding...
Lees verder
Vergelijk met het NPZK
Zuidelijk van het NHD ligt het Nationaal Park Zuid Kennemerland (NPZK). Dit gebied omvat de brede duinstrook van Bloemendaal tot Velsen. Lees verder
|