<-Vogels van heide en veen | Weidevogels en vogels van grasland | Vogels van struikgewas en struweel-> |
2014 | 2007 | 2000 | 1993 | 1988 | 1982 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
n: |
? |
n: |
? |
n: |
? |
n: |
? |
n: |
? |
n: |
? |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Toelichting
Boven de kaarten staan jaar en aantal (n), onder de kaarten het aantal per vierkante kilometer (n/km) en oppervlakte (km).
Deze soort in het NP Zuid-Kennemerland:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Oppervlakte kaart: | ?
|
n/km: |
? |
n/km: |
? |
n/km: |
? |
n/km: |
? |
n/km: |
? |
n/km: |
? |
Biotoop in beeld | Opmerkingen |
|
Het biotoop
Grasland
kent een vogelgemeenschap met relatief veel steltlopers en maar enkele zangvogels.
Graslanden zijn zeer variabel: het kan bemest en voedselrijk zijn met maar enkele grassoorten en geen kruiden, of voedselarm met een rijke flora, van droog tot droogvallend.
De droge graslanden vertonen voor veel vogelsoorten grote overeenkomsten met akkers.
In de duinen is nat grasland zeldzaam, de meeste natte valleien waren verdroogd en verruigd met struweel.
Recent zijn natte valleien hersteld, zie natuurherstelprojecten.
Meer dan 90% van de graslanden in het NHD waren ten tijde van de karteringen droge graslanden.
Sierdsema 1995 noemt als soorten van droog grasland Veldleeuwerik, Wulp,
Scholekster, Patrijs, Graspieper en ook Kwartel en Grauwe Gors (de Veldleeuwerik-groep).
Van deze soorten is alleen Graspieper nog talrijk aanwezig.
De soortenlijst voor akkers (Kievit-groep) is vrijwel gelijk, met Gele Kwikstaart in plaats van Graspieper.
De graslanden in natte duinvalleien hebben een groter potentieel, drassige graslanden kunnen veel soortenrijker zijn,
Sierdsema noemt wel 18 soorten (Grutto- en Zomertaling-groep).
Hiervan staan veel soorten op de soortenlijst van het NHD, maar dat is vooral te danken aan het weidevogelreservaat "De Kampen". Een deel van deze vogelrijke graslanden was in sommige jaren onderdeel van de onderzoekseenheid "NHD".
Binnen deze groep is tegenwoordig de Graspieper veruit het talrijkst, aangezien deze soort op de Rode Lijst staat,
mag dit een rijkdom genoemd worden.
Tegelijk is de Graspieper nu te beschouwen als indicator van hoge en verruigde graslanden, daar komt de soort in de hoogste dichtheden voor.
Voor een goed beeld van niet verruigd grasland kan de Graspieper beter worden uitgevinkt.
De verspreiding van deze groep toont -met Graspieper uitgevinkt- concentraties bij de Kampen, Vennewater, de infiltratiegebieden en rond de nieuwe duinplassen, de oeverzone's hebben hier lokaal drassig grasland.
De groep "weidevogels" is in het NHD aanwezig met vijftien soorten, met totaal 197 paar tijdens de laatste kartering,
225 paar tijdens de vijfde kartering en 152 tijdens de vierde kartering. Deze totalen zijn zonder de Graspiepers.
Voor de verruiging toesloeg waren de populaties groter.
In 1993 bedroeg het totale aantal weidevogel-paartjes (exclusief Graspiepers) nog 326, in 1988 waren het nog 403, de kartering van 1982 was niet volledig, toen zijn veel soorten onderschat.
Met name Nijlgans en Grauwe Gans zijn recent toegenomen.
Helaas zijn Kievit en Graspieper recent juist afgenomen.
Na het dieptepunt in 2000 lijkt de situatie iets verbeterd. Hierbij lijken de natuurbouwprojecten van belang, in zwaar begraasd duin is geen herstel van de weidevogels vastgesteld.
Al met al moet geconcludeerd worden dat de duingraslanden tegenwoordig soortenarmer zijn, maar dankzij de Graspieper niet vogelarm zijn.
Toch is het een rompgemeenschap met een klein deel van de potentiële soorten en een rudimentaire verspreiding.
In het verleden was dit anders, eind jaren tachtig en begin jaren negentig waren Wulp, Scholekster en Kievit nog gewone soorten, voor Veldleeuwerik moeten we nog verder terug in de tijd, maar toen de soort nog algemeen was, werd de soort nog niet ge
Die soorten zijn sterk afgenomen toen door stikstofdepositie de vegetatie verruigde, en de grotere soorten verdwenen toen de predatiedruk erg hoog werd door de komst van nieuwe predatoren (Vos, Havik).
De vergrassing (en verruiging) pakte dus slecht uit voor de graslandvogels, met uitzondering van de Graspieper.
Opmerkelijk is het vrijwel geheel ontbreken van Gele Kwikstaart in de duinen.
De Gele Kwikstaart is in het binnenland een normale akkervogel en weidevogel.
De droge duingraslanden met hun zandige plekken houden wat betreft vegetatiestructuur het midden tussen akkers en grasland: waarom zijn de duingraslanden niet geschikt voor Gele Kwikstaart?
De soorten van de groep: |
open water | moeras | pioniervegetaties | grasland | open duin, heide en veen | struweel | jong bos | bosranden | naaldbos | loofbos | urbaan gebied |
15-11-2018eco-on-site |