|
Grutto
Limosa limosa
staat op de Rode Lijst (met als motief voor opname "Gevoelig").
Onze nationale vogel kwam vroeger voor in duingraslanden, Verkerk (1968) noemt vijftien paartjes voor de duinen van Egmond in de jaren zestig.
In het NPZK zijn al heel lang geen Grutto's vastgesteld als broedvogel, er zijn ook geen geschikte weidevogelreservaten die aan het NPZK grenzen.
Bij de eerste grootschalige kartering van het NHD (1982) werden nog maar enkele territoria gevonden in duingrasland en alleen aan de binnenduinrand.
Mogelijk is de soort toen onderschat.
In 1988 bleken op het Vennewater nog zeven Grutto's te broeden. In 1993 werden hier nog vijf paar geconstateerd.
In die tijd -de jacht was net gestopt- waren Zwarte Kraaien en Eksters toegenomen en Vos was verschenen, de afname hield misschien verband met toegenomen predatie.
Later is tijdens het vossenonderzoek onder leiding van Arie Swaan gestart met gedetailleerd onderzoek in het Vennewater.
Het bleek dat legsels van Kievit en Grutto vooral 's nachts verdwenen, wat de Vos tot een verdachte kandidaat maakte.
Bij wijze van experiment is toen een deel van het gebied afgeschermd met een onder stroom geplaatst raster om Vossen te weren.
Het broedsucces verbeterde en de aantallen broedparen gingen omhoog, er ontstond een kleine kolonie binnen het raster!
Toen kon alsnog het mogelijke effect van predatie door Eksters en kraaien worden bestudeerd, want er waren legsels en pullen.
Na het onderzoek is het onder stroom houden van de afrastering gestaakt, de situatie was te onnatuurlijk.
Het kraaien-onderzoek bij het Vennewater was opgenomen in het grotere vossenonderzoek om te voldoen aan een oude vraag van boswachters en handhavers:
men vroeg zich af, of kraaien en eksters niet te veel eieren en pullen zouden gaan roven nu die niet meer vervolgd werden.
Die vraag was beantwoord: een kraai of ekster krijgt geen kans om een van verre waargenomen pul te pakken,
er op af vliegend zal hij onderschept worden en moeten uitwijken, meermaals, dan heeft het pulletje zich gedrukt en weet de kraai niet meer waar het zich bevond.
Torenvalk bleek soms wel snel genoeg, die vliegt veel sneller.
Een andere leerzame uitkomst van het onderzoek was dat op windstille, zonovergoten dagen, de temperatuur in een onbeschermd nest snel kan oplopen, tot boven de 65 graden celsius (gemeten door een datalogger in een nest).
Vrijwilligers die bezig zijn met nestbescherming, moeten bij mooi weer dus eigenlijk het land niet op!
Vlak na het vossenonderzoek werden in 2000 nog vier paar Grutto's geteld, dat waren de laatste duingrasland-Grutto's.
De soort doet het nog wel goed in de weidevogelreservaten bij Castricum, zie bijvoorbeeld
"de Kampen" of
"de Hooge Weide".
Omdat het landgoed Marquette tot het NHD behoort komt de soort soms nog op de soortenlijst van het NHD, maar feitelijk is dan een klein deel van de Kampen in het onderzoeksgebied NHD opgenomen.
De toekomst van de Grutto zal niet in de duinen gered kunnen worden, die zijn voor Grutto niet van belang.
Het redden van onze nationale vogel zal in de spaarzame hectares weidevogelreservaat niet lukken, het zal ook in de veeteelt-gebieden moeten gebeuren, als dat maar goed komt, oh grut, ohgrut, ogrut...
Zie ook Graslanden
Zie ook verspreiding van alle soorten van de Rode Lijst
|