|
Tureluur
Tringa totanus
staat op de Rode Lijst (met als motief voor opname "Gevoelig").
Deze weidevogel houdt van vochtige graslanden, dat mag best beweid worden, waar een koeiepoot in de modder wegzakt, kan een Tureluur later leuk nestelen.
Het grootte-verschil met andere weidevogels (Kievit, Grutto, Scholekster, Wulp) is niet heel groot, maar de nestjes en eieren van een Treluur zijn wel veel kleiner en beter verstopt.
Ook al weet je dat het nest tussen die twee paaltjes langs de slootkant moet liggen, dat wil nog niet zeggen dat je het zult vinden.
Dit vermogen zich te verstoppen langs enkele meters slootrand maakt Tureluur iets minder gevoelig voor intensievering van de landbouw, en vermoedelijk ook minder gevoelig voor nestverlies door predatie.
Van de Nederlandse weidevogels weet de soort mede om die redenen redelijk stand te houden, de BMP-index kan zelfs stabiel genoemd worden.
In het NHD komt de soort regelmatig voor in de landerijen van Marquette en op de graslanden van "het Vennewater", aan de binnenduinrand bij Egmond.
Verder is de soort vaak aanwezig langs de oevers van enkele grote uitgegraven valleien, met name de "Wei van Brasser" en "het Starrevlak".
In sommige jaren wordt op die locatie's gebroed, maar het is er ook een komen en gaan van doortrekkers.
Bij de laatste kartering van Starrevlak in 2014 haalde de soort de lijst net niet, aan het begin van de zomer waren ze verjaagd door een overzomerende Bosruiter.
Mogelijk zal het aantal onregelmatig broedende vogels in de natte valleien in de toekomst iets groeien omdat de duinen zullen vernatten,
maar waarschijnlijk zijn de natte valleien niet voedselrijk genoeg voor een enigzins omvangrijke, eigen populatie.
Gelukkig is de soort niet van natte duingraslanden afhankelijk, ze doet het nog steeds goed in de voedselrijke cultuur-graslanden.
Zie ook Graslanden
Zie ook verspreiding van alle soorten van de Rode Lijst
|