Broedvogels 1996-2011

2010-2011

2003-2004

1996-1999
n:
?
n/km:
?
km:
?
n:
?
n/km:
?
km:
?
n:
?
n/km:
?
km:
?
Toelichting
Boven de kaarten staan aantal (n), aantal per vierkante kilometer (n/km) en oppervlakte (km).
Kaarten breder: smaller:

Kaarten lager: hoger:

Standaardinstellingen:

Deze groep in het Noordhollands Duinreservaat:

De dichtheidskaart is instelbaar meer info:
kleur: radius:  
 soort 3e K 2e K 1e K
 Goudvink 47 69 57
 Houtsnip 25 14 37
 Matkop 0 0 4
 Nachtegaal 724 616 784
 Spotvogel 3 0 0
 Staartmees 92 88 93
 Tuinfluiter 114 78 88
 Zanglijster 158 217 173
 Zomertortel 0 12 3
 Zwartkop 627 432 385
Biotoop in beeld Opmerkingen
Het biotoop Jong bos lijkt in veel opzichten op struweel en heeft daarmee veel soorten gemeenschappelijk.
Aangeplante jongen bossen ontbreken, in het NPZK komt jong bos vooral voor als een opslag in bossen waarvan de kroonlaag grotendeels verdwenen is door zwavelzwam of door dunningen, en als opgaand jong bos van Amerikaanse vogelkers, Drents Krentenboompje of Esdoorn. Verder bestaan er aan de oostrand van het middenduin hoog opgaande struwelen met veel bomen en boompjes, daar gaan struweel en bos in elkaar over.
De verspreiding toont concentraties, maar die lijken in eerste instantie niet aan een zone (zeeduin, middenduin, binnenduin) gebonden, althans niet tijdens de laatste kartering. Bij de eerste twee karteringen was deze groep het talrijkst in het oosten, waar het meeste jonge bos verwacht kan worden.
De groep heeft overlap met de struweelsoorten en als de struweelsoort Nachtegaal wordt uitgevinkt, dan blijkt de voorkeur voor de oostrand duidelijk en consistent aanwezig tijden alle karteringen.
Opmerkelijk in de verspreiding zijn de leegten: het westen van Kraansvlak en de duinen bij het Vogelmeer en Parnassia. Dit is weinig verruigd dauwbraamlandschap (Kraansvlak-west) of het betreft uitgegraven valleien zonder hoog struweel of jong bos (ten noorden van Parnasia).
Deze groep is aanwezig met een tiental soorten, met totaal 1500-1800 paar in de drie perioden. De totalen verschillen 10-20% tussen de perioden, dat zijn kleine verschillen, mogelijk is de groep iets talrijker geworden, maar een duidelijke trend ontbreekt.
Van deze groep staan vier soorten op de Rode Lijst.
De hoogste dichtheid behaalt deze groep bij het Brouwerskolkpark en vlak ten zuiden van IJmuiden, bij radius 500m en kleur 50% toont de kaart van de eerste periode daar hotspots, rode kerngebiedjes.
Sierdsema 1995 maakt voor jong bos en bossen met een struiklaag onderscheid in twee groepen, de Winterkoning-groep en de Zwartkop-groep. Die zijn hier samengevoegd. Alle potentieële soorten komen voor, een aantal algemene soorten zijn echter niet geteld (o.a. Winterkoning, Roodborst). De groep is dus compleet aanwezig, verbetering valt niet te verwachten.
Jong stakenbos is een noodzakelijke overgangsfase naar ouder en rijker bos, met Zomertortel als enige soort van betekenis.

De soorten van de groep:

open water | moeras | pioniervegetaties | grasland | open duin, heide en veen | struweel | jong bos | bosranden | naaldbos | loofbos | urbaan gebied
26-08-2015
eco-on-site