Broedvogels 1996-2011

2010-2011

2003-2004

1996-1999
n:
?
n/km:
?
km:
?
n:
?
n/km:
?
km:
?
n:
?
n/km:
?
km:
?
Toelichting
Boven de kaarten staan aantal (n), aantal per vierkante kilometer (n/km) en oppervlakte (km).
Kaarten breder: smaller:

Kaarten lager: hoger:

Standaardinstellingen:

Deze groep in het Noordhollands Duinreservaat:

De dichtheidskaart is instelbaar meer info:
kleur: radius:  
 soort 3e K 2e K 1e K
 Graspieper 100 198 134
 Grauwe Gans 63 18 1
 Kievit 20 27 14
 Knobbelzwaan 5 9 2
 Nijlgans 50 35 31
 Patrijs 0 0 1
 Veldleeuwerik 1 1 0
Biotoop in beeld Opmerkingen
Het biotoop Grasland kent een vogelgemeenschap met relatief veel steltlopers en maar enkele zangvogels.
Graslanden zijn zeer variabel: het kan bemest en voedselrijk zijn met maar enkele grassoorten en geen kruiden, of voedselarm met een rijke flora, van droog tot droogvallend. De droge graslanden vertonen voor veel vogelsoorten grote overeenkomsten met akkers.
In de duinen is nat grasland zeldzaam, de meeste natte valleien waren verdroogd en verruigd met struweel. Recent zijn natte valleien hersteld, maar de NPZK-karteringen vallen net voor de realisatie van die natuurherstelprojecten. Meer dan 95% van de graslanden in het NPZK waren ten tijde van de karteringen droge graslanden.
Sierdsema 1995 noemt als soorten van droog grasland Veldleeuwerik, Wulp, Scholekster, Patrijs, Graspieper en ook Kwartel en Grauwe Gors (de Veldleeuwerik-groep). Van deze soorten is alleen Graspieper nog talrijk aanwezig. De soortenlijst voor akkers (Kievit-groep) is vrijwel gelijk, met Gele Kwikstaart in plaats van Graspieper.
De graslanden in natte duinvalleien hebben een groter potentieëel, drassige graslanden kunnen veel soortenrijker zijn, Sierdsema noemt wel 18 soorten (Grutto- en Zomertaling-groep). Hiervan zijn maar enkele in het NPZK aanwezig.
De verspreiding van deze groep toont concentraties rond de duinmeren, de oeverzone's hebben hier lokaal drassig grasland.
De groep "weidevogels" is in het NPZK aanwezig met maar zeven soorten, met totaal 239 paar tijdens de laatste kartering, 288 paar tijdens de tweede kartering en 183 tijdens de eerste. Met name Nijlgans en Grauwe Gans zijn toegenomen. Helaas zijn Kievit en Graspieper recent juist afgenomen.
Al met al moet geconcludeerd worden dat de duingraslanden tegenwoordig vogelarm zijn. Het is een rompgemeenschap met een klein deel van de potentieële soorten en een rudimentaire verspreiding.
In het verleden was dit anders, eind jaren tachtig waren Wulp, Scholekster en Kievit nog gewone soorten, voor Veldleeuwerik moeten we nog verder terug in de tijd. Die soorten zijn sterk afgenomen toen door stikstofdepositie de vegetatie verruigde, en verdwenen toen de predatiedruk erg hoog werd door de komst van nieuwe predatoren (Vos, Havik). De vergrassing (en verruiging) pakte dus slecht uit voor de graslandvogels.
Opmerkelijk is het vrijwel geheel ontbreken van Gele Kwikstaart in de duinen. De Gele Kwikstaart is in het binnenland een normale akkervogel en weidevogel. De droge duingraslanden met hun zandige plekken houden wat betreft vegetatiestructuur het midden tussen akkers en grasland: waarom zijn de duingraslanden niet geschikt voor Gele Kwikstaart?

De soorten van de groep:

open water | moeras | pioniervegetaties | grasland | open duin, heide en veen | struweel | jong bos | bosranden | naaldbos | loofbos | urbaan gebied
26-08-2015
eco-on-site