<-Appelvink Rietgors Emberiza schoeniclus Dodaars->

2016-2017

2010-2011

2003-2004

1996-1999
n=28 n=46 n=63 n=37
Dichtheid
kleur: radius:  
De dichtheidskaart is instelbaar (meer info).

Territoria   
   2016-17:    2010-11:    2003-04:       1996-99:   

Toelichting

Onder de kaarten staan aantal (n), aantal per 100 hectare(n/100ha) en oppervlakte (ha).

Deze soort in het Noordhollands Duinreservaat:


n:
?
n/100ha:
?
ha:
?
n:
?
n/100ha:
?
ha:
?
n:
?
n/100ha:
?
ha:
?
n:
?
n/100ha:
?
ha:
?
Nederlandse trend: SOVON BMP-index Opmerkingen

Rietgors Emberiza schoeniclus is ingedeeld bij de schaarse soorten.
Voor de start van de reeks karteringen was deze soort waarschijnlijk veel talrijker. Maar door de waterwinning waren de duinen ernstig verdroogd.
De NHD-telling van 1982 is misschien onvolledig geweest maar dat hoeft voor NHD-1988 beslist niet verondersteld te worden. In 1988 werden 47 territoria gevonden, in het hele droge jaar 1993 waren het er 41, wat eigenlijk nog mee viel.
Tijdens de ronde in 2000 piekten de aantallen omhoog, toen waren de duinen vrij nat, vooral omdat de winter daarvoor heel veel regen was gevallen.
Bij de laatste karteringen valt te zien dat de aantallen nog verder gestegen zijn, al is de grootste vaart eruit. Bij het Kennemermeer (NPZK) was nieuw biotoop ontstaan en daar stegen de aantallen nog fors, idem bij Wimmenum in het NHD (zie ook Klein Waterhoen).
Aangezien PWN de waterwinning in veel terreindelen heeft stop gezet om een strategische voorraad op te bouwen, zijn de duinen langzaamaan weer iets natter geworden. Maar, de komst van de grazers doet aan deze positieve verandering weer afbreuk: het vee graast relatief veel bij poelen en plassen, riet is ook maar gras, en dat gaat ten koste van de nestgelegenheid. Omdat Rietgorzen vooral in laag struikgewas broeden, hebben ze naar verhouding minder last van de begrazing dan andere moerasvogels, waarvan de meeste soorten recent gedaald zijn.
Gelukkig voor de Rietgors is deze anders dan de naam doet vermoeden niet echt afhankelijk van Riet.

↑ 16/12/2015 ↑

↓ 21/2/2018 ↓

Ai, bij de herkartering van 2016/2017 blijkt de stand in het NPZK -ondanks de vernatting- bijna gehalveerd, van 46 naar nog 28! Deze daling is gebiedseigen, de BMP-index is de laatste jaren stabiel gebleven. De soort heeft waarschijnlijk enig biotoopverlies geleden, ze had een voorkeur voor natte, verruigde valleien. Dergelijk valleien waren ook kandidaat voor natuurherstelprojecten, sommige zijn afgegraven om de natuurlijke dynamiek weer een kans te geven.
Hoewel van de vernatting nog geen positief effect is gevonden, blijft de verwachting voor de toekomst van Rietgorzen in het NPZK positief.

Zie ook Moerasvogels
Zie ook Struikgewas

Europse trend: EBCC-index
Links Rietgors © Theo Bakker

  • Naar de website van SOVON: info over verspreiding en trend in Nederland

  • Naar de website van Vogelbescherming: achtergrondinfo bij deze soort

  • Naar website van BTO: info over de engelse trend

  • Naar website van EBCC: info over de europese trend

  • Naar NPZK1999-2011: broedvogelonderzoek van het NPZK in 1999, 2004 en 2011, presentatie met GIS-kaarten, gepubliceerd in 2011

  • Naar NPZK1999-2004: broedvogelonderzoek van het NPZK in 1999 en 2004, presentatie met GIS-kaarten, gepubliceerd in 2004

  • Naar NHD: overzicht van de veranderingen in de broedvogelpopulaties van het Noordhollands Duinreservaat in de periode 1982-2014, uitgebreide presentatie met Google Maps van de dichtheden, gepubliceerd in januari 2016

02-21-2018
eco-on-site
<- ->