|
Kauw
Corvus monedula
is ingedeeld bij de algemene soorten.
Kauwtjes zijn sociale vogels, ze foerageren in groepjes, ze slapen in groepen en ze broeden in kolonies.
Het zijn slimme vogels, slim genoeg om te weten dat ze in een groep meer bereiken.
Een paartje Kauwen bereikt weinig tegen een Zwarte Kraai of Ekster, maar als groepje zijn ze die wel de baas.
En als ergens een nieuwe voedselbron vrijkomt zal het door een paar Kauwtjes ontdekt worden en spoedig daarna weten ze het allemaal te vinden.
Dankzij dit sociale leven kunnen ze opportuun reageren op veranderingen en volop profiteren van allerlei tijdelijke voedselbronnen.
Kauwtjes zijn al heel lang cultuurvolgers, ze broeden graag in onze gebouwen die lijken op rotswanden met natuurlijke holten.
Daarnaast broedt een deel van de kauwen in boomholten, vooral als er lokaal veel oude bomen met holten zijn.
Het voedselaanbod in de omgeving is waarschijnlijk van doorslaggevend belang, binnen een straal van enkele kilometers zoeken de vogels daarbij nestgelegenheid.
Daarin kunnen ze vindingrijk zijn: in 1993 broedde een klein aantal in konijnenholen in terrein Wimmenum, daar waren toen nog weinig Vossen.
Ze broedden in 2000 ook ondergronds bij camping Bakkum, in ingegraven autobanden die in gebruik waren als scheiding van parkeervakken.
Boomholten zijn in de matig ontwikkelde duinbossen relatief schaars en de meesten zijn te vinden langs de binnenduinrand in Iepen en oude Abelen.
In het NHD bevond zich een grote kolonie in dikke Iepen in het Bergerbos met 40 paartjes in 1993, in de jaren tachtig behoorde het Bergerbos nog niet tot het NHD en werd daarom niet geteld.
Van deze kolonie is weinig over, de metersdikke Iepen moesten wijken in verband met de bestrijding van Iepziekte.
Over de lange termijn lijkt in het NHD sprake van een afname in het duingebied.
In het soms getelde landgoed Marquette heeft de soort kunnen profiteren van een vergroot holenaanbod in de aftakelende oude laanbomen.
Opmerkelijk is de teloorgang van de kolonie van camping Bakkum, nadat de parkeerplaatsen een herinrichting hadden ondergaan en de ondergrondse holen waren verdwenen, wilden ze er zelfs niet in de gebouwen broeden. Anno 2013 durven ze het wel weer aan.
Iepziekte-bestrijding zal lokaal ook meegespeeld hebben bij de teloorgang van enkele kolonies in het NPZK.
In het NPZK is de soort duidelijk afgenomen sinds 2004, daarvoor was de soort niet geteld omdat ze te algemeen werd geacht.
Voor de achteruitgang zijn verschillende verklaringen aan te voeren, afname van geschikt foerageergebied in de omgeving, verschuiving van broedparen naar stedelijk gebied,
toegenomen predatie van Boommarter, afname van geschikte holten door het verdwijnen van Zwarte Specht en zelfs predatie door Havik kan genoemd.
De grootste kolonies zijn echter verdwenen door de Iepziekte-bestrijding.
De landelijke trend lijkt sinds het midden van de jaren negentig iets te zijn gestegen.
De afname in de duinen is dus een afwijkende lokale trend en deze is waarschijnlijk het gevolg van het lokale belang van de oude Iepen, die helaas hebben moeten wijken.
↑ 22/1/2016 ↑
↓ 7/3/2018 ↓
Het sombere perspectief na de forse daling in 2011 kan gelukkig in de prullenbak, het waren in 2017 weer meerdere tientallen.
Hoewel het aantal broedparen nog lang niet op het oude niveau is, heeft de soort de verspreiding wel uitgebreid.
De oude abelen bij 't Wed zijn in de smaak gevallen en tegenwoordig broedt er een vijftal Kauwtjes in Bloemendaal aan Zee.
Dit "broeden aan zee" was eerder geprobeerd door een paartje in 2004, maar dat is toen geen mode geworden.
Zie ook Oud bos
Zie ook Urbaan gebied
|