<-Vuurgoudhaantje Grauwe Vliegenvanger Muscicapa striata Bonte Vliegenvanger->

2016-2017

2010-2011

2003-2004

1996-1999
n=43 n=28 n=33 n=62
Dichtheid
kleur: radius:  
De dichtheidskaart is instelbaar (meer info).

Territoria   
   2016-17:    2010-11:    2003-04:       1996-99:   

Toelichting

Onder de kaarten staan aantal (n), aantal per 100 hectare(n/100ha) en oppervlakte (ha).

Deze soort in het Noordhollands Duinreservaat:


n:
?
n/100ha:
?
ha:
?
n:
?
n/100ha:
?
ha:
?
n:
?
n/100ha:
?
ha:
?
n:
?
n/100ha:
?
ha:
?
Nederlandse trend: SOVON BMP-index Opmerkingen

Grauwe Vliegenvanger Muscicapa striata staat op de Rode Lijst (met als motief voor opname "Gevoelig").
Sinds de start van de monitoring van broedvogels is de trend van deze soort in mineur geweest. De Grauwe Vliegenvanger leek weinig nodig te hebben, een halfopen holte om te broeden en vliegende insecten om te eten. Vroeger kwam de soort vrijwel overal voor, bijna elk boerenerf had wel een paartje.
De achteruitgang in het landelijk gebied kan geweten worden aan de afname van het aantal insecten door overmatig gebruik van pesticiden en aan de afname van geschikte nestgelegenheid. Ook Boerenzwaluw is landelijk om die redenen sterk afgenomen.
De afname in bossen en natuurgebieden is minder voor de hand liggend. Gemiddeld worden de bossen ouder en dus geschikter, maar terwijl het de meeste bosvogels voor de wind is gegaan, geldt dit niet voor de grauwe vlieg. In eerste instantie kan gewezen worden naar droogte in de overwinteringsgebieden in Afrika, maar in detail beschouwd klopt dat niet: Grauwe Vliegenvanger profiteert namelijk niet of nauwelijks van natte jaren in de Sahel, terwijl andere daar overwinterende soorten dat wel doen. Wel kan gesteld dat de negatieve trend misschien is gestabiliseerd dankzij de nattere Sahel-winters van de afgelopen jaren.
In het NPZK waren de aantallen de laatste twee karteringen ongeveer vergelijkbaar, in overeenkomst met de stabiele landelijke trend. Ook in het NHD is een duidelijke afname waarneembaar na de jaren tachtig, daarna schommelen de aantallen op een lager niveau.

↑ 11/11/2015 ↑

↓ 7/3/2018 ↓

Het aantal Grauwe Vliegenvangers is recent licht toegenomen. In het NPZK lag het aantal weer boven de veertig, de BMP-index is de laatste jaren ook omgevormd tot skischans. Mogelijk waren de overwinteringsomstandigheden de laatste jaren iets gunstiger. Volgens britse populatieonderzoekers (zie BTO-website) ligt de oorzaak van de gestage afname in de overwinteringsgebieden. Het broedsucces is de laatste decennia namelijk weinig veranderd, terwijl de mortaliteit gedurende de trek en overwintering is gestegen.
In het NPZK is de verspreiding ruimer geworden, met minder concentratie aan de binnenduinrand. De westelijk gelegen naaldbossen zijn mogelijk ook geschikter geworden door de Zwavelzwam, want groepjes afgestorven bomen bieden een mooi jachtgebied voor de vliegenvangertjes.

Zie ook Oud bos
Zie ook verspreiding van alle soorten van de Rode Lijst

Links Grauwe Vliegenvanger © Fred van den Bosch

  • Naar de website van SOVON: info over verspreiding en trend in Nederland

  • Naar de website van Vogelbescherming: achtergrondinfo bij deze soort

  • Naar website van BTO: info over de engelse trend

  • Naar website van EBCC: info over de europese trend

  • Naar NPZK1999-2011: broedvogelonderzoek van het NPZK in 1999, 2004 en 2011, presentatie met GIS-kaarten, gepubliceerd in 2011

  • Naar NPZK1999-2004: broedvogelonderzoek van het NPZK in 1999 en 2004, presentatie met GIS-kaarten, gepubliceerd in 2004

  • Naar NHD: overzicht van de veranderingen in de broedvogelpopulaties van het Noordhollands Duinreservaat in de periode 1982-2014, uitgebreide presentatie met Google Maps van de dichtheden, gepubliceerd in januari 2016

03-22-2018
eco-on-site
<- ->