<-Goudhaantje | Vuurgoudhaantje Regulus ignicapillus | Grauwe Vliegenvanger-> |
2016-2017 | 2010-2011 | 2003-2004 | 1996-1999 | |||||||||||||||||||||||
n=13 | n=2 | n=1 | n=2 | |||||||||||||||||||||||
Dichtheid
2016-17:
2010-11:
2003-04:
1996-99:
Toelichting
Onder de kaarten staan aantal (n), aantal per 100 hectare(n/100ha) en oppervlakte (ha).
Deze soort in het Noordhollands Duinreservaat:
|
||||||||||||||||||||||||||
n: |
? |
n/100ha: |
? |
ha: |
? |
n: |
? |
n/100ha: |
? |
ha: |
? |
n: |
? |
n/100ha: |
? |
ha: |
? |
n: |
? |
n/100ha: |
? |
ha: |
? |
Nederlandse trend: SOVON BMP-index | Opmerkingen |
Vuurgoudhaantje Regulus ignicapillus is ingedeeld bij de schaarse soorten. Het Vuurgoudhaantje is de zuidelijke tegenhanger van het Goudhaantje. Met de Winterkoning zijn ze de kleinste en drukste vogeltjes van Europa, altijd druk met voedsel zoeken, elke dag moeten ze hun eigen gewicht aan spinnetjes en andere kleine insecten zien te vinden. Van beide Regulus-soorten is het Vuurgoudhaantje het minst van naaldhout afhankelijk, de soort kan ook voorkomen in oud loofbos en gemengde bossen. De hoogste dichtheden bereikt de soort echter in oude opstanden van Douglasspar, hoe hoger hoe beter. Verder zijn oude percelen van Eik of dennen met hoog opklimmende en weelderig uitgroeiende Klimop vaak bezet. Hierbij helpt het, als dergelijke percelen in Zuid-Limburg liggen, of Frankrijk, het is een zuidelijke soort. In de geïsoleerd gelegen duinstreek, met door de zeewind slecht uitgegroeide bossen, valt geen florissante populatie te verwachten en het voorkomen is inderdaad onregelmatig en sporadisch. Wel valt op dat de vrijwel alle territoria aan de binnenduinrand liggen, ver van de zee, in de beter ontwikkelde bossen. Hoewel de aantallen uiterst gering zijn, lijkt in het NHD, over de lange termijn bezien, sprake van een meer regelmatig voorkomen in een iets hoger aantal. Het voorkomen in het NPZK, twee territoria tijdens de eerste kartering, één tijdens het tweede onderzoek en opnieuw twee tijdens de laatste actualisatie, laat geen ruimte voor een uitspraak over een trend. De landelijke trend zit nog niet echt in de lift, al valt dit met het rijpen van de bossen wel te verwachten, met een bijkomend positief effect van klimaatverandering. Vooralsnog lijkt het toekomstperspectief voor het Vuurgoudhaantje in de duinen van Kennemerland gunstig, waarbij vooral in percelen met veel Klimop een toename verwacht mag worden. Voor de soort is het jammer dat grote Douglas-percelen in de duinen van Kennemerland ontbreken, lokaal zijn wel enkele exemplaren gepoot, uitgegroeid kan zo'n reus in de toekomst voldoende zijn voor een territorium. Eigenlijk kunnen alleen de grote grazers het positieve toekomstperspectief van het Vuurgoudhaantje in de duinbossen van Kennemerland verpesten, ongewild raken ze in de lianen van Klimop verstrikt, en willen dan toch verder. Met dertien territoria in 2017 is de toename veel groter dan verwacht, met een presentie van een half dozijn was het al mooi geweest. Zou de soort echt een regelmatige verschijning worden in de duinbossen? Zie ook Naaldbos Zie ook Oud bos |
Links | Vuurgoudhaantje © Fred van den Bosch |
|
03-22-2018eco-on-site |
<- | -> |