|
Canadese Gans
Branta canadensis
is ingedeeld bij de schaarse soorten.
Deze inburgerende exoot is net als de andere ganzensoorten sterk in opmars, zie de BMP-index.
En net als de andere ganzen broedt de soort in moerasjes en maakt vanaf daar voedselvluchten naar onze rijke graslanden om te foerageren.
Maar geen gans is zo groot, groot genoeg om onverschrokken weerstand te bieden tegen Vossen, te groot ook voor Oehoe.
Natuurlijke vijanden heeft de soort hier niet, ze heeft alleen van mensen te duchten.
Lokaal wordt de soort bestreden om eutrofiëring van voedselarme vennen te voorkomen, waarbij mogelijk enige vreemdelingenhaat meespeelt en verondersteld wordt dat men exoten dient te weren.
De verspreiding in Nederland houdt daarom geen gelijke tred met de hoeveelheid moeras en grasland, maar kent leegten in gebieden waar de exoot bestreden wordt.
In de duinstreek wordt het eutrofiëringseffect van deze soort voor lief genomen en worden geen eieren gedompeld in olie.
De soort heeft zich hier ongestoord kunnen ontwikkelen en de aantallen zijn gegroeid tot bijna twintig in het NPZK en vijf in het NHD.
Het gaat hier steeds om de Grote Canadese Gans, Kleine Canadese Gans (Branta hutchinsii) is in de duinen nog niet vastgesteld.
Dat de soort talrijker is in het NPZK zal met het grotere aantal duinmeren samenhangen, het NHD heeft wel kleine plasjes maar slechts weinig grote.
In de toekomst zal het aantal waarschijnlijk nog verder groeien, zeker als de duinen vergaan vernatten.
Zie ook Moerasvogels
|