|
Brandgans
Branta leucopsis
is ingedeeld bij de schaarse soorten.
Vermoedelijk zijn Brandganzen in de jaren tachtig in Nederland gaan broeden omdat we eiwitrijk gras hebben en de jacht op weerstand uit de maatschappij stuitte.
Van Grauwe Gans, die toen ook weer als broedvogel verscheen, was de vestiging niet gek, dat was een terugkeer van een oude broedvogel die we hadden uitgeroeid.
Maar Brandganzen zijn vogels van de poolcirkel.
Waarschijnlijk is onze populatie een mengeling van ontsnapte kooivogels en (deels aangeschoten) wilde vogels.
Waarbij het aandeel wild bloed best wel eens groot geweest kan zijn, want tot eind vorige eeuw stelden de vogels het nestelen idioot lang uit,
pas in juni kon je op eilandjes de nesten tellen.
Dat was nog steeds goed getimed voor de arctische zomer.
Verder is het een opmerkelijke gans omdat ze altijd in kolonies broeden.
Met de jaren hebben ze de start van het broedseizoen wel aangepast,
nu komen ze eind maart al bekvechten om de best plekjes op de spaarzame eilandjes en tegenwoordig beginnen ze al in april met broeden.
In de regio Kennemerland is een grote populatie ontstaan vanuit Castricum.
Daar heeft de soort de waterrijke parken in bezit genomen, met prachtige broedresultaten:
Er valt wel eens een kuiken ten prooi aan een toch niet zo logge viervoeter,
maar vergeleken met predatie in natuurgebieden stelt dat niets voor.
Toen het in de parken van Castricum te druk werd, begonnen de vogels een satelliet-kolonie op het eilandje in de nabij gelegen Karpervijver.
Dat kleine eilandje moeten ze delen met Nijlganzen, Grauwe Ganzen en Canadese Ganzen, verder is het niet ideaal omdat er wel af en toe een Vos komt, het is maar een klein eindje zwemmen.
In 2007 werden 24 nesten geteld, in 2013 kwamen maar acht paar tot broeden. Maar in 2013 hadden we een ongewoon late, haast arctische winter...
|