<-Groene Specht | Zwarte Specht Dryocopus martius | Grote Bonte Specht-> |
2016-2017 | 2010-2011 | 2003-2004 | 1996-1999 | |||||||||||||||||||||||
n=0 | n=0 | n=0 | n=2 | |||||||||||||||||||||||
Dichtheid
2016-17:
2010-11:
2003-04:
1996-99:
Toelichting
Onder de kaarten staan aantal (n), aantal per 100 hectare(n/100ha) en oppervlakte (ha).
Deze soort in het Noordhollands Duinreservaat:
|
||||||||||||||||||||||||||
n: |
? |
n/100ha: |
? |
ha: |
? |
n: |
? |
n/100ha: |
? |
ha: |
? |
n: |
? |
n/100ha: |
? |
ha: |
? |
n: |
? |
n/100ha: |
? |
ha: |
? |
Nederlandse trend: SOVON BMP-index | Opmerkingen |
Zwarte Specht Dryocopus martius staat op de lijst van "Aandachtsoorten". In de jaren zeventig begon deze formidabele specht aan een opmars, vanuit het oosten werd Nederland bezet. Als reden wordt het ouder worden van aangeplante naaldbossen genoemd, daar begon na de zoveelste dunning eindelijk wat te rotten. Toen de landelijke populatie sterk gegroeid was, bereikten zwervende vogels ook de duinstreek. Het eerste zekere broedgeval vond al in 1973 plaats op het landgoed Elswout, eind jaren zeventig was de oversteek naar het NHD gemaakt en begin jaren tachtig Bergen/Schoorl. Eind jaren tachtig was de kleine populatie maximaal, met een vijf à zes paartjes in het NHD en een klein dozijn in het NPZK. Daarna is het bergafwaarts gegaan. Als oorzaak van de afname komt Havik nadrukkelijk naar voren, die pakt relatief veel van de pas uitgevlogen jongen. Daarbij komt de geïsoleerde ligging ten opzichte van andere bosrijke gebieden. Omdat Havik de opmars gevolgd was en zich ook vanuit het oosten over Nederland verspreid had, floreerde de landelijke populatie van Zwarte Specht minder. Er kwam daarom minder vaak fris bloed in de duinpopulatie, terwijl de eigen reproductie door de Haviken in het duin sterk verlaagde. Begin jaren negentig werd inteelt vastgesteld: het vrouwtje van Bakkum deed het met haar zoon (mond. med. Mart-Jan Lammertink), er was geen andere man in de buurt. Dit leverde een jong met een misvormde, gekruiste snavel. Behalve de isolatie, inteelt en predatie door Havik wordt nestconcurrentie met Kauwen genoemd als oorzaak, maar volgens Lammertink lieten de spechten dit gebeuren als ze niet gemotiveerd waren, eens per drie jaar maakten de Kauwen geen schijn van kans. Een andere eigenaardigheid van de duinstreek speelt mogelijk ook een rol. De Zwarte Spechten waren niet alleen, ze troffen een streek die al bevolkt was door honderden Groene Spechten. Als die er niet geweest waren, dan hadden de Zwarte Spechten zich ook op de mierenpoppen kunnen richten. Dit zal niet elke bioloog direct bijvallen, maar in Zuid Limburg heeft de Zwarte Specht ook geen vaste populatie kunnen handhaven. Daar zijn de dichtheden van Groene Specht ook enorm hoog, en daar zijn grote boscomplexen die beslist geschikt zijn voor Zwarte Specht, ook leeg... Nestconcurrentie met Kauw speelt daar nauwelijks, want Kauw is zeldzaam in Zuid-Limburg. De kans op een hervestiging in de toekomst is niet groot en met de komst van Boommarter is die kans niet toegenomen. Dat de bosvogelgemeenschap in de duinstreek deze soort moet missen is natuurlijk jammer, maar een complete bosvogelgemeenschap hoort eigenlijk niet thuis in het duin, dat hoort bij het binnenland. Zie ook Naaldbos Zie ook Oud bos |
|
Europse trend: EBCC-index | |
Links | Zwarte Specht © Theo Bakker |
|
Staartpennen als steunbalken | |
01-05-2016eco-on-site |
<- | -> |