<-Bosuil Ransuil Asio otus IJsvogel->

2016-2017

2010-2011

2003-2004

1996-1999
n=1 n=2 n=5 n=3
Dichtheid
kleur: radius:  
De dichtheidskaart is instelbaar (meer info).

Territoria   
   2016-17:    2010-11:    2003-04:       1996-99:   

Toelichting

Onder de kaarten staan aantal (n), aantal per 100 hectare(n/100ha) en oppervlakte (ha).

Deze soort in het Noordhollands Duinreservaat:


n:
?
n/100ha:
?
ha:
?
n:
?
n/100ha:
?
ha:
?
n:
?
n/100ha:
?
ha:
?
n:
?
n/100ha:
?
ha:
?
Nederlandse trend: SOVON BMP-index Opmerkingen

Ransuil Asio otus staat op de Rode Lijst (met als motief voor opname "Kwetsbaar").
Het open en halfopen landschap van de duinen is beslist geschikt biotoop voor deze soort. De Ransuil jaagt vooral vliegend in open gebied, aaneengesloten bossen worden gemeden, dat is het domein van de Bosuil die vooral vanuit zit jaagt.
Vroeger was de soort vrij algemeen in de duinen, het NHD had 29 paar in 1982 en 27 paar in 1988. In 1993 waren het er nog elf, in 2000 slechts vier, in 2007 zeven en in 2014 nog maar één.
De daling is vooral te wijten aan de komst van Havik, daarvan werd in het NHD het eerste paar vastgesteld in 1988, dit was tot vijf gegroeid in 1993 en tot negentien in 2000. Havik pakt niet alleen een deel van de jongen, ook adulten vindt je vaak geplukt.
In het NPZK kwam de Havik eerder, van de glorietijden van de Ransuil zijn van dit gebied geen gebiedsdekkende tellingen beschikbaar. Tijdens de drie NPZK-karteringen zijn steeds enkele paartjes vastgesteld, een spaarzaam voorkomen, net als in het NHD.
De landelijke trend is sterk dalend, ook landelijk speelt de komst van Havik, en het agrarisch gebied is minder geschikt geworden.
Ransuilen zijn gevoelig voor strenge winters, dit is maar deels te zien aan de BMP-index, omdat de soort ook sterk afhankelijk is van Veldmuizen. De Veldmuizen kennen piekjaren en daljaren met een cyclus van drie jaar, dit lijkt te worden weerspiegeld in de periodieke zigzag-beweging van de trend.
Na jaren met milde winters is de kans op een broedgeval van Ransuilen in de duinen iets groter. Omdat Havik ook Ekster en Zwarte Kraai vrijwel geheel uit het duin heeft verdreven, vermindert ook het aanbod van nestgelegenheid, lege nesten worden steeds schaarser. Het toekomstperspectief van deze soort in de duinen is daarom somber.

↑ 14/11/2015 ↑

↓ 28/2/2018 ↓

In 2017 werd in het NPZK nog een paartje Ransuil vastgesteld. De status van "jaarlijks enkele broedparen" is hiermee nog staande. Hoe lang nog?
Helemaal hopeloos is het niet, de BMP-index daalt de laatste jaren niet verder en her en der duikt af en toe toch weer een broedpaar op.

Zie ook verspreiding van alle soorten van de Rode Lijst

Links Ransuil © Bart Veenstra

  • Naar de website van SOVON: info over verspreiding en trend in Nederland

  • Naar de veren-website van Michel Klemann: klik daar op "sitemap" voor de soortenindex

  • Naar website van EBCC: info over de europese trend

Staartpennen met smalle donkere banden
02-28-2018
eco-on-site
<- ->