<-Meerkoet Scholekster Haematopus ostralegus Kleine Plevier->

2016-2017

2010-2011

2003-2004

1996-1999
n=0 n=1 n=3 n=5
Dichtheid
kleur: radius:  
De dichtheidskaart is instelbaar (meer info).

Territoria   
   2016-17:    2010-11:    2003-04:       1996-99:   

Toelichting

Onder de kaarten staan aantal (n), aantal per 100 hectare(n/100ha) en oppervlakte (ha).

Deze soort in het Noordhollands Duinreservaat:


n:
?
n/100ha:
?
ha:
?
n:
?
n/100ha:
?
ha:
?
n:
?
n/100ha:
?
ha:
?
n:
?
n/100ha:
?
ha:
?
Nederlandse trend: SOVON BMP-index Opmerkingen

Scholekster Haematopus ostralegus is ingedeeld bij de schaarse soorten.
Net als andere weidevogels heeft de Scholekster een lange broedtijd: de pullen sluipen pas uit als ze al volledig klaar zijn voor de wereld. Dit heeft als voordeel dat pas geboren kuikens al de eerste dag zelfstandig hun eigen voedsel kunnen jagen; de oudervogels zijn er vooral voor bescherming en beschutting. Anders dan andere weidevogels gaat Scholekster verder in de ouderlijke zorg, zij brengen ook voedsel naar de jongen toe.
Deze voormalige kustvogel had met succes de Nederlandse akkers en weilanden veroverd, tot aan het heuvelland van Zuid-Limburg. De Elfsteden-winters van de jaren tachtig hadden weinig impact op de BMP-index, maar vanaf 1990 ging het snel en gestaag bergafwaarts. De soort had net als de andere weidevogels last van toenemende nestverliezen, deels door intensivering van de landbouw en deels door predatie, want Vos is landelijk enorm toegenomen.
De intensivering van de landbouw houdt in dat landerijen vaker worden bewerkt, al vroeger in het seizoen worden bewerkt en een lagere grondwaterstand hebben om zwaar materieel te kunnen gebruiken bij die werkzaamheden. Met de grondwaterstand daalt het voedselaanbod en er gebeurt zelden langer dan vier weken niets op een perceel. Maar de broedtijd is onveranderd 28 dagen lang, eerder is een kuiken niet klaar, de kans dat een legsel lang genoeg kan blijven liggen is kleiner geworden.
Misschien was een verandering buiten de broedgebieden nog belangrijker: Voor de overwintering ging de soort nog steeds naar de kust, voor de mosselen in de Waddenzee of de Zeeuwse delta. Maar daar was de Japanse Oester, een ontsnapte exoot, in opmars en werden de mosselbanken overwoekerd. De "oester-eter met bloedrode poten" heeft een formidabele snavel, maar de uitheemse oesters zijn voor hun zelden te kraken, de snavel moet nog sterker en dikker zijn.
In het NHD broeden in 1982 nog meer dan zeventig Scholeksters, in 1988 was dit gedaald tot 55 en in 1993 waren er nog 48. Die daling is conform de BMP-index, tegelijk groeide in deze periode in het NHD de nestpredatie van Vos van vrijwel niets tot vrij veel. Na 1993 ging de daling in het NHD sneller, hierbij zal het dichtgroeien van de duinen een rol hebben gespeeld, dat kwam bovenop de predatie en daling van de algehele populatieomvang. Anno 2013 was er nog net een tiental broedparen over.
Ook in het NPZK is de soort kwijnend, er waren nog vijf in 1999, nog drie in 2007 en nog één in 2011.
Vogels zijn vindingrijk: Scholekster was ooit kustvogel, veroverde ons boerenland en maakt nu de stap naar de stad, de hoogte in. De vogels kunnen prima op daken broeden, daar zijn de kansen op nestverlies door werkzaamheden of predatie nihil. Omdat de ouders voedsel aandragen hoeft er op een dak geen voedsel te zijn voor de pullen, zo kan de soort zich weer voortplanten. Overigens is op daken broeden toch ook niet zonder gevaar, de jongen kunnen op zonovergoten windstille dagen door de hitte dood koken, waarop de pullen meestal springen. Dat gaat zelden goed.
Inmiddels neemt op veel plekken het aandeel dakbroeders enorm toe en doen die het beter dan hun lager broedende soortgenoten. Voor meer over de dakeksters, zie: Dijkstra & Dillerop 2013.
Dit succes van dakbroeders roept de vraag op, of de soort zal terug-evolueren: dat nestvlieden is niet nodig. De pullen mogen met ogen dicht geboren worden, dan kunnen de eieren kleiner, dus meer jongen per legsel, met een kortere broedduur, dus ook meer legsels per jaar. Daarvoor moeten de onderzoekers wel het dak op...

Zie ook Pioniervegetaties
Zie ook Graslanden

Gesprongen pul
Links Scholekster © Rinus Dillerop

  • Naar de website van SOVON: info over verspreiding en trend in Nederland

  • Naar de website van Vogelbescherming: achtergrondinfo bij deze soort

  • Naar website van BTO: info over de engelse trend

  • Naar website van EBCC: info over de europese trend

  • Naar NPZK1999-2011: broedvogelonderzoek van het NPZK in 1999, 2004 en 2011, presentatie met GIS-kaarten, gepubliceerd in 2011

  • Naar NPZK1999-2004: broedvogelonderzoek van het NPZK in 1999 en 2004, presentatie met GIS-kaarten, gepubliceerd in 2004

  • Naar NHD: overzicht van de veranderingen in de broedvogelpopulaties van het Noordhollands Duinreservaat in de periode 1982-2014, uitgebreide presentatie met Google Maps van de dichtheden, gepubliceerd in januari 2016

03-22-2018
eco-on-site
<- ->