<-Groenling Putter Carduelis carduelis Sijs->

2016-2017

2010-2011

2003-2004

1996-1999
n=122 n=48 n=32 n=6
Dichtheid
kleur: radius:  
De dichtheidskaart is instelbaar (meer info).

Territoria   
   2016-17:    2010-11:    2003-04:       1996-99:   

Toelichting

Onder de kaarten staan aantal (n), aantal per 100 hectare(n/100ha) en oppervlakte (ha).

Deze soort in het Noordhollands Duinreservaat:


n:
?
n/100ha:
?
ha:
?
n:
?
n/100ha:
?
ha:
?
n:
?
n/100ha:
?
ha:
?
n:
?
n/100ha:
?
ha:
?
Nederlandse trend: SOVON BMP-index Opmerkingen

Putter Carduelis carduelis is ingedeeld bij de schaarse soorten.
De duinstreek was vroeger al aardig bedeeld met Putters, vermoedelijk was dit de ondersoort 'britannica" en werd de populatie van over zee gevoed. Pas in de jaren tachtig en negentig begon deze ondersoort een opmars in het oosten en zuiden van het land. Hierbij viel op dat de soort vaak de nieuwbouwwijken opzocht. Volgens Sovon begon de opmars zelfs al in 1975. Het merkwaardige is dat de britse trend tot 1985 juist sterk daalde (zie BTO), de groei van onze Putter-populatie is dus waarschijnlijk van de eigen aanwas in de vinex-wijken.
Ook in de duinstreek zijn de aantallen fors toegenomen, vooral tussen 2000 en 2007.
In het veld was ook een verandering te merken, de verspreiding verschoof van de binnenduinrand met bebouwing, naar het open duin. En ten tijde van de laatste kartering blijken de dichtheden in het open duin zelfs hoger geworden dan aan de binnenduinrand.
Hierbij moet opgemerkt dat de soort mogelijk onderschat wordt. Om praktische redenen stoppen karteerders met de werkzaamheden omstreeks half juli. Veel Putters beginnen in juli nog aan een legsel in het struweel in het open duin. Het zijn zaadeters, voor hun is het seizoen dan nog niet afgelopen. Het is echter goed mogelijk dat dergelijke Putters vroeger in het seizoen het elders geprobeerd hebben, er bestaat dus ook een kans op dubbeltellingen wanneer karteerders het seizoen oprekken.

↑ 17/12/2015 ↑

↓ 7/3/2018 ↓

Anno 2017 blijkt het aantal Putters in het NPZK enorm gegroeid, van enkele tientallen naar meer dan honderd. Hierbij is tevens duidelijk dat het hierbij niet gaat om verplaatsingen van de binnenduinrand in het vroege voorjaar naar het open duin in de zomer, want zoveel zitten er niet langs de binnenduinrand.
Enerzijds valt de toename te verklaren uit het feit dat de landelijk populatie sterk groeit (zie BMP-index). Anderzijds valt er voor zaadeters mogelijk meer te eten nu de vergrassing is teruggedrongen. Een andere zaadeter, Kneu is recent in het NPZK ook toegenomen, terwijl van die soort de BMP-index sombert. Bovenal lijkt een culturele verandering te zijn opgetreden, ze hoeven niet meer bij bebouwing te broeden, ze hebben de duinstruwelen als geschikte uitvalsbasis ontdekt.

Zie ook Urbaan gebied

Links Putter © Bart Veenstra

  • Naar de website van SOVON: info over verspreiding en trend in Nederland

  • Naar de website van Vogelbescherming: achtergrondinfo bij deze soort

  • Naar website van BTO: info over de engelse trend

  • Naar website van EBCC: info over de europese trend

  • Naar NPZK1999-2011: broedvogelonderzoek van het NPZK in 1999, 2004 en 2011, presentatie met GIS-kaarten, gepubliceerd in 2011

  • Naar NPZK1999-2004: broedvogelonderzoek van het NPZK in 1999 en 2004, presentatie met GIS-kaarten, gepubliceerd in 2004

  • Naar NHD: overzicht van de veranderingen in de broedvogelpopulaties van het Noordhollands Duinreservaat in de periode 1982-2014, uitgebreide presentatie met Google Maps van de dichtheden, gepubliceerd in januari 2016

03-16-2018
eco-on-site
<- ->