<-Zwarte Mees Pimpelmees Parus caeruleus Koolmees->

2016-2017

2010-2011

2003-2004

1996-1999
n=685 n=0 n=0 n=0
Dichtheid
kleur: radius:  
De dichtheidskaart is instelbaar (meer info).

Territoria   
   2016-17:   

Toelichting

Onder de kaarten staan aantal (n), aantal per 100 hectare(n/100ha) en oppervlakte (ha).


n:
?
n/100ha:
?
ha:
?
n:
?
n/100ha:
?
ha:
?
n:
?
n/100ha:
?
ha:
?
n:
?
n/100ha:
?
ha:
?
Nederlandse trend: SOVON BMP-index Opmerkingen

Pimpelmees Parus caeruleus is ingedeeld bij de algemene soorten. Dit kleine blauwe meesje is bijna net zo talrijk als de grotere Koolmees, en niet minder vindingrijk en onderzoekend. Maar Pimpelmeesjes stellen meer eisen, ze houden bijvoorbeeld niet van naaldhout en in eentonige naaldbossen zonder loofhout komen ze niet voor. En ze houden van opgaande begroeiing, bos. Het liefst heel oud loofbos, daar zijn ze vaak talrijker dan Koolmees.
Bij grootschalige broedvogelkarteringen krijgt Pimpelmees meestal de twijfelachtige eer "te algemeen" te zijn voor onderzoek. De presentie van de soort zegt niet zoveel, ze is hooguit indicatief voor het voorkomen van loofhout in verder saaie naaldbossen. De meeste onderzoekers achten de soort de aandacht daarom niet waard, ze reserveren de beperkt beschikbare aandacht liever voor schaarse en zeldzame soorten. Dit onder het motto: Er vliegen allerlei vogels van a naar b, wie minder registreert heeft meer tijd om op te letten.
Bij de vierde kartering van het NPZK hebben Michel Klemann en Roy Slaterus in 2017 alle soorten geteld, ook de algemene, ook de Pimpelmees. Anders dan bij Koolmees zal dit lastig geweest zijn: de kans dat Pimpelmezen allemaal gelijktijdig zingen bestaat slechts gedurende enkele weken in eind april. Gebieden die in die goede periode niet bezocht worden of slecht weer treffen, worden mogelijk onderteld.
De verspreidingskaart toont de ligging van de (oude) loofbossen. Als de soort in Elswout in 2016 ook was onderzocht, dan zou de dichtheidskaart daar beslist het roodst zijn, want Elswout bevat de hoogste en dikste loofbomen van het NPZK. Aangezien veel middenduin-bossen uit ongeschikt naaldhout bestaan, blijft de verspreiding in hoofdzaak beperkt tot het oosten, buiten de binnenduinrand is de soort schaars. De camping "de Lakens" valt in de verspreiding niet op, terwijl Koolmees daar duidelijk wel weet te profiteren van de nestkastjes en het extra voer. Kennelijk wensen Pimpelmezen toch echt enige hoge bomen in hun leefgebied, de struwelen op de camping blijken niet interessant. Als deze struwelen op een camping met nestkastjes al niet interessant zijn, dan is het niet gek dat in struwelen in de wildernis ook weinig Pimpelmeesjes huizen. De kaart van Pimpelmees toont daarom een dunne waas in het zeeduin en middenduin, terwijl de Koolmees daar met grotere kans is aan te treffen.
Aan de binnenduinrand kunnen de dichtheden hoog oplopen, waar Koningsbosch grenst aan Elswout komt de dichtheid boven de 100 paar per 100ha (in een klein gebied). In de topgebieden zijn de territoria dus nog geen 100x100meter groot.

Zie ook Oud bos

Europse trend: EBCC-index
Links Pimpelmees © Bart Veenstra

  • Naar de website van SOVON: info over verspreiding en trend in Nederland

  • Naar website van EBCC: info over de europese trend

  • Naar NPZK1999-2011: broedvogelonderzoek van het NPZK in 1999, 2004 en 2011, presentatie met GIS-kaarten, gepubliceerd in 2011

  • Naar NPZK1999-2004: broedvogelonderzoek van het NPZK in 1999 en 2004, presentatie met GIS-kaarten, gepubliceerd in 2004

03-16-2018
eco-on-site
<- ->