<-Rietzanger | Bosrietzanger Acrocephalus palustris | Kleine Karekiet-> |
2016-2017 | 2010-2011 | 2003-2004 | 1996-1999 | |||||||||||||||||||||||
n=10 | n=19 | n=19 | n=19 | |||||||||||||||||||||||
Dichtheid
2016-17:
2010-11:
2003-04:
1996-99:
Toelichting
Onder de kaarten staan aantal (n), aantal per 100 hectare(n/100ha) en oppervlakte (ha).
Deze soort in het Noordhollands Duinreservaat:
|
||||||||||||||||||||||||||
n: |
? |
n/100ha: |
? |
ha: |
? |
n: |
? |
n/100ha: |
? |
ha: |
? |
n: |
? |
n/100ha: |
? |
ha: |
? |
n: |
? |
n/100ha: |
? |
ha: |
? |
Nederlandse trend: SOVON BMP-index | Opmerkingen |
Bosrietzanger Acrocephalus palustris is ingedeeld bij de schaarse soorten. Deze verwant van de karekietjes is minder van riet afhankelijk dan de naam doet vermoeden, het is vooral een soort van natte ruigten met hoge brandnetels. In de kalkrijke duinen kunnen brandnetels plaatselijk domineren, maar deze brandnetels groeien onder droge omstandigheden, en deze trekken weinig Bosrietzangers. De meeste Bosrietzangers broeden in de infiltratiegebieden, langs de duinmeren en in natte valleien, vooral in voormalige tuintjes-complexen. In het NHD leek de soort talrijker in de natte jaren (2000) dan in droge jaren (1993) en recent is de soort er afgenomen. De soort is er net als de Rietzanger verdwenen in de regio Egmond, waarschijnlijk in verband met de opgelopen begrazingsdruk rond de duinplassen. De natuurherstelprojecten zijn voor deze soort tot nu ook ongunstig. De verlaten tuintjes met voedselrijke bodems waren het favoriete biotoop, maar die zijn grotendeels afgegraven en omgevormd tot natte vallei. Maar aan de voedselarme natte valleien heeft de soort niet veel, daar blijven de vegetaties te laag en te ijl. In het NPZK is het aantal constant geweest: toevallig steeds 19 bij elke kartering. Het aantalsverloop in het NPZK is in overeenstemming met de landelijke trend: de BMP-index toont ook maar kleine schommelingen. Het aantalsverloop in het NHD wijkt af, zonder duidelijke reden. Begrazing van oevervegetatie speelt in het NPZK net zo, mogelijk speelt concurrentie met het grotere aantal Blauwborstjes een rol. De toekomstige vernatting zal ongetwijfeld positief uitpakken voor deze liefhebber van natte ruigten, maar als de begrazingsdruk bij plassen en poelen relatief hoog blijft, komt er toch weinig geschikt habitat bij. In 2016/2017 is het NPZK voor de vierde maal onderzocht en toen zijn maar tien Bosrietzangers gevonden. Voor een groot gebied is dit een bijzonder laag aantal. Kennelijk heeft de vernatting nog niet geleid tot meer natte ruigte, kennelijk is de begrazingsdruk zodanig dat zich vrijwel nergens natte ruigte kan ontwikkelen. Anders dan terreinbeheerders hebben Bosrietzangers geen voorkeur voor botanisch interessante gebieden, Bosrietzangers houden van brandnetels. Zie ook Moerasvogels Zie ook Struikgewas |
Links | Bosrietzanger © Bart Veenstra |
|
03-20-2018eco-on-site |
<- | -> |