<-Zwartkopmeeuw Stormmeeuw Larus canus Kleine Mantelmeeuw->

2014

2007

2000

1993

1988

1982
n:
?
n/km:
?
n:
?
n/km:
?
n:
?
n/km:
?
n:
?
n/km:
?
n:
?
n/km:
?
n:
?
n/km:
?
Dichtheid
kleur: radius:  
De dichtheidskaart is instelbaar, meer info.

Territoria   
     2014:      2007:      2000:     
     1993:      1988:      1982:     

Toelichting

Boven de kaarten staan aantal (n) en aantal per vierkante kilometer (n/km).

Deze soort in het NP Zuid-Kennemerland:




Nederlandse trend: SOVON BMP-index Opmerkingen

Stormmeeuw Larus canus staat op de lijst van "Aandachtsoorten".
In de jaren tachtig kwam met de opkomst van de Vos een einde aan de grote kolonies van deze meeuw. Vos bleek zo succesvol en volhardend in de predatie van legsels, dat de vogels het hoger op moesten zoeken. In eerste instantie week de soort uit naar nesten in scheef gewaaide dennen, maar omdat de jongen meestal toch van het nest sprongen, kwam van de pullen maar weinig groot. Daarna week de soort uit naar de daken van gebouwen, ook de pompstations in de duinen. Maar daar zijn de vogels in verband met hygiëne niet welkom op de daken van waterfabrieken, om ons drinkwater 100% schoon te houden worden de meeuwen geweerd met het geluid van hun angstkreten. Daken van gebouwen die niet bij de waterproductie betrokken zijn mogen ze wel gebruiken. Door deze maatregelen is het pompstation van terrein Bergen ongeschikt geworden. In het NHD broedt de soort ook jaarlijks met een tiental paren op een kleine gaswinlocatie ten noorden van Egmond, deze locatie valt strikt genomen buiten de beheerseenheid NHD. In het NPZK werd voor het laatst gebroed op een eilandje in het Vogelmeer in 1999.
De BMP-index vertoont een scherpe val vanaf 1985, daarna vlakt de daling wat af. De overeenstemming tussen de ontwikkelingen in de duinen en landelijk is groot, simpel ook omdat de meeste Nederlandse Stormmeeuwen in de duinen broedden en overal de komst van Vos fataal was, de soort week wel uit naar de waddeneilanden. In het NHD, waar de Vos wat later kwam door het Noordzeekanaal, broeden in 1988 nog meer dan 300 Stormmeeuwen, daarna begonnen de aantallen te dalen.
Incidenteel broedt de soort op eilandjes die zijn ontstaan na de uitvoering van natuurherstelprojecten, maar dat is meest maar tijdelijk. De toekomst van de Stormmeeuwen in de duinen van Kennemerland lijkt volledig afhankelijk van de mogelijkheid tot broeden op een beperkt aantal gebouwen, waarbij het de vraag is of deze kleine soort de concurrentie met de grotere Zilvermeeuwen en Kleine Mantelmeeuwen aan kan.

Links Stormmeeuw (© Rinus Dillerop)

  • Naar de website van SOVON: info over verspreiding en trend in Nederland

  • Naar de website van Vogelbescherming: achtergrondinfo bij deze soort

  • Naar website van EBCC: info over de europese trend

  • Naar de website van MINEZ: "Beschermde natuur in Nederland: soorten en gebieden in wetgeving en beleid", info over de wettelijke status van deze soort

  • Naar NHD-zuid: details verspreiding NHD-zuid in 2012, presentatie met GIS-kaarten, gepubliceerd in 2012

  • Naar NHD1982-2007: overzicht van de veranderingen in de broedvogelpopulaties van het Noordhollands Duinreservaat in de periode 1982-2007, presentatie met GIS-kaarten, gepubliceerd in 2008

  • Naar NPZK 1996-2011: overzicht van de veranderingen in de broedvogelpopulaties van het Nationaal Park Zuid-Kennemerland 1996-2011, uitgebreide presentatie met dichtheden in Google Maps, gepubliceerd in januari 2016

16-12-2015
eco-on-site
<- ->