<-Stormmeeuw Kleine Mantelmeeuw Larus fuscus Zilvermeeuw->

2014

2007

2000

1993

1988

1982
n:
?
n/km:
?
n:
?
n/km:
?
n:
?
n/km:
?
n:
?
n/km:
?
n:
?
n/km:
?
n:
?
n/km:
?
Dichtheid
kleur: radius:  
De dichtheidskaart is instelbaar, meer info.

Territoria   
     2014:      2007:      2000:     
     1993:      1988:      1982:     

Toelichting

Boven de kaarten staan aantal (n) en aantal per vierkante kilometer (n/km).




Nederlandse trend: SOVON BMP-index Opmerkingen

Kleine Mantelmeeuw Larus fuscus is ingedeeld bij de schaarse soorten.
Deze beslist niet kleine meeuw verscheen al in de jaren twintig als broedvogel in Nederland en was lange tijd zeer zeldzaam. Maar tegen het eind van de eeuw gingen de aantallen sterk omhoog (zie BMP-index), vooral op de waddeneilanden en in de delta, later bij de nieuwe Maasvlakte.
In de Vos-loze jaren hadden de Kleine Mantelmeeuwen nog geen interesse in de duinen van Kennemerland. Maar in 1993, toen de Stormmeeuwen en Zilvermeeuwen waren uitgeweken naar de daken van grote gebouwen, toen bleken er ook Kleine Mantelmeeuwen rond te vliegen bij de kolonie op pompstation Mensink.
Dat zou een nieuwe soort zijn voor het NHD, de onderzoekers mochten even op het dak kijken. Het was al laat in het seizoen en de pullen waren al vrij groot, er alarmeerden tussen de Storm- en Zilvermeeuwen ook Kleine Mantels.
Maar hoe onderscheid je pullen van Kleine Mantel en Zilvermeeuw? Piet Zumkehr wist raad: elk pul op tillen en in de lucht houden. Nog een tip: doe een helm op.
Het eerste jaar hebben twee paartjes jongen groot gebracht, in 2000 werden van een afstand 19 paar geteld. De vogels waren verdreven naar een lager dak (zie foto onder), op waterfabrieken mogen ze in verband met mogelijke besmetting van drinkwater niet meer broeden, daar worden ze verjaagd door regelmatig hun alarmroep af te spelen.
Na 2000 groeide het aantal niet verder, in 2006 waren er vrijwel evenveel, namelijk achtien. Bij de allerlaatste kartering leek sprake van een daling, in 2012 waren er nog dertien. Deze afgevlakte groei lijkt in overeenstemming met de landelijke trend, ook landelijk is de groei er uit.
Aangezien deze soort vooral op zee foerageert zijn de oorzaken van veranderingen in de populatie-omvang lastig in te schatten. Het is een mariene meeuw, passend bij de duinstreek, maar via terreinbeheer valt de stand van deze soort niet bij te sturen.
Bij gebrek aan andere grote gebouwen lijkt de soort voorlopig afhankelijk van het gedoogbeleid van de beheerders van pompstation Mensink.

Links Kleine Mantelmeeuw (© Bart Veenstra)

  • Naar de website van SOVON: info over verspreiding en trend in Nederland

  • Naar website van EBCC: info over de europese trend

  • Naar de website van MINEZ: "Beschermde natuur in Nederland: soorten en gebieden in wetgeving en beleid", info over de wettelijke status van deze soort

  • Naar NHD-zuid: details verspreiding NHD-zuid in 2012, presentatie met GIS-kaarten, gepubliceerd in 2012

  • Naar NHD1982-2007: overzicht van de veranderingen in de broedvogelpopulaties van het Noordhollands Duinreservaat in de periode 1982-2007, presentatie met GIS-kaarten, gepubliceerd in 2008

16-01-2015
eco-on-site
<- ->