<-Tuinfluiter Zwartkop Sylvia atricapilla Fluiter->

2016-2017

2010-2011

2003-2004

1996-1999
n=569 n=627 n=432 n=385
Dichtheid
kleur: radius:  
De dichtheidskaart is instelbaar (meer info).

Territoria   
   2016-17:   

Toelichting

Onder de kaarten staan aantal (n), aantal per 100 hectare(n/100ha) en oppervlakte (ha).

Deze soort in het Noordhollands Duinreservaat:


n:
?
n/100ha:
?
ha:
?
n:
?
n/100ha:
?
ha:
?
n:
?
n/100ha:
?
ha:
?
n:
?
n/100ha:
?
ha:
?
Nederlandse trend: SOVON BMP-index Opmerkingen

Zwartkop Sylvia atricapilla is ingedeeld bij de algemene soorten.
Deze loofzanger broedt in braamstruiken of dicht struikgewas in jonge bossen en in opgaande bossen met een struiklaag. Deze talrijke soort wordt bij grootschalige karteringen vaak niet geteld. In 1993 werd de Zwartkop voor het eerst geteld in het NHD, het waren er 228. Dat aantal was verdubbeld in 2000 maar groeide nauwelijks door, in 2007 waren er 520. Daarna groeide het aantal weer sterk tot bijna 700 in 2014.
In het NPZK was de Zwartkop al talrijk tijdens de eerste gebiedsdekkende kartering. In 1999 kende het NPZK al regio's met hoge dichtheden (>30/100ha), dergelijke dichtheden bereikte het NHD pas in 2014! De gebieden met een hoge dichtheid hebben zich in het NPZK uitgebreid, terwijl de verspreiding nauwelijks is uitgebreid. Alleen in het noordwesten is de verspreiding westwaarts opgeschoven. Het strand is daar ook in westelijke richting gegroeid, de afstand tot de zee blijft gelijk...
De hoogste dichtheden bereikt de soort bij Duinhof in Heerenduin en bij het Brouwerskolkpark en Elswout. Met 20% kleurintensiteit en diameter 2000 meter, kleuren daar gebiedjes rood. De dichtheid bedraagt er, omgerekend naar 100 hectare, 50/100ha of meer. In het NHD heeft alleen de binnenduinrand van Heemskerk vergelijkbare dichtheden.
Een aantal factoren heeft Zwartkop mee: er zijn minder strenge winters, bosaanplanten verouderen en worden geschikter, naaldbossen krijgen een ondergroei van loofhout die in toenemende mate geschikt wordt. De landelijk trend is daarom stijgend.
In de duinstreek zitten ook factoren tegen: door begrazing is geschikt struweel verdwenen (bijvoorbeeld Boreel HND), de ondergroei in begraasde loofbossen neemt plaatselijk af (vooral Kardinaalsmuts), en bij bestrijding van opslag van exoten is de Zwartkop opeens het struikgewas kwijt. Deze factoren zouden vooral voor de laatste kartering gespeeld moeten hebben, maar de voordelen waren kennelijk groter dan de nadelen, want de soort is recent juist sterk gegroeid.
De toename van Zwartkop onderstreept het beeld van verbossing van oude struwelen, maar bij toenemende populatiedruk mag ook verwacht worden dat steeds meer Zwartkopjes hun toevlucht moeten nemen in minder geschikt biotoop. De indicator-waarde van de soort is dus iets veranderd omdat de soort veel talrijker is geworden.

Bij een soort van iets jongere bossen, Tuinfluiter, zijn opmerkingen gemaakt over de betrouwbaarheid van de resultaten. Dit ligt bij Zwartkop vele malen gunstiger, de soort komt vroeger in het seizoen aan en is later op de ochtend ook zeer actief, vaak ruziënd met de buren. Hierdoor gebeurt het maar zelden dat een deelgebiedje door toevallige samenlopen van omstandigheden steeds op een voor Zwartkop ongunstig moment is bezocht.

↑ 13/2/2015 ↑

↓ 22/2/2018 ↓

Bij de vierde kartering van het NPZK in 2017 werden 569 territoria vastgesteld, best veel, maar toch tien procent minder dan in 2012. Voor het eerst sinds de start van het onderzoek in het NPZK is het aantal van Zwartkop niet gegroeid. Hierbij moet opgemerkt dat een verschil van tien procent maar klein is, het is de vraag of broedvogelonderzoek zo nauwkeurig meet, De verspreiding toont ook geen eenduidige tekenen van een achteruitgang: het suboptimale westen is niet verlaten, de verspreiding lijkt wel iets meer verbrokkelt, maar daar staan nieuwe vestigingen in het westen tegenover. De stand kan hiermee stabiel genoemd worden, ondanks de tien procent minder.
In de meeste jaren waren de dichtheden duidelijk hoger op de grens van Brouwerskolkpark, Koningsbosch en Elswout. Hier bevindt zich geschikt loofhout, het is er zeer vochtig door de beschaduwde waterpartijen en er is bijzonder veel reliëf, waardoor er meer oppervlakte biotoop per hectare is dan in vlak gebied.

Zie ook Jong bos

Europse trend: EBCC-index
Links Zwartkop © Rinus Dillerop

  • Naar de website van SOVON: info over verspreiding en trend in Nederland

  • Naar de website van Vogelbescherming: achtergrondinfo bij deze soort

  • Naar website van BTO: info over de engelse trend

  • Naar website van EBCC: info over de europese trend

  • Naar NPZK1999-2011: broedvogelonderzoek van het NPZK in 1999, 2004 en 2011, presentatie met GIS-kaarten, gepubliceerd in 2011

  • Naar NPZK1999-2004: broedvogelonderzoek van het NPZK in 1999 en 2004, presentatie met GIS-kaarten, gepubliceerd in 2004

  • Naar NHD: overzicht van de veranderingen in de broedvogelpopulaties van het Noordhollands Duinreservaat in de periode 1982-2014, uitgebreide presentatie met Google Maps van de dichtheden, gepubliceerd in januari 2016

03-22-2018
eco-on-site
<- ->