<-Kruisbek | Roodmus Carpodacus erythrinus | Goudvink-> |
2014 | 2007 | 2000 | 1993 | 1988 | 1982 | |||||||||||||||||||||
n: |
? |
n/km: |
? |
n: |
? |
n/km: |
? |
n: |
? |
n/km: |
? |
n: |
? |
n/km: |
? |
n: |
? |
n/km: |
? |
n: |
? |
n/km: |
? |
|||
Dichtheid
2014:
2007:
2000:
1993:
1988:
1982:
Toelichting
Boven de kaarten staan aantal (n) en aantal per vierkante kilometer (n/km).
Deze soort in het NP Zuid-Kennemerland:
|
Europse trend: EBCC-index | Opmerkingen |
Roodmus Carpodacus erythrinus is ingedeeld bij de schaarse soorten. "Very pleased to meet you" zingt-ie. En dat is wederzijds, het is beslist aangenaam kennismaken met deze vogel. Ook als het 'maar' een onvolwassen bruine mus is, dan kijk je toch in een exotisch mooi kraaloog. Vroeger behoorden Roodmussen niet tot de Nederlandse Avifauna, op enkele dwaalgasten na kwamen ze niet voor. Maar eind jaren tachtig migreerden meer vogels uit het oosten en probeerden vogels hier te broeden, eerst op de waddeneilanden, later ook in de rest van de kuststreek en zelfs langs de rivieren. Bij de NHD-kartering van 1988 ontbrak de soort nog, maar in 1993 kon men ook in het NHD kennismaken met deze vogels. In begin juni zijn op meerdere plaatsen zingende vogels vastgesteld, maar alleen in Wimmenum was de soort ook eind juni nog zingend aanwezig. Het was aangenaam kennismaken, maar de soort blijkt een lastpost voor onderzoekers. De mannetjes zingen vlijtig aan het begin van het seizoen, maar als ze gepaard raken en het legsel compleet is, dan is de lust in het zingen ze kennelijk vergaan. Sovon verlangt daarom ook een waarneming in de laatste tien dagen van juni, maar dat is bij grootschalig onderzoek vrijwel niet haalbaar. Het is ondoenlijk om alle geschikte terreinen in die anderhalve week tijdens gunstige omstandigheden langdurig te onderzoeken. De kans is dus groot dat de soort wordt onderschat en bij de vervolgkarteringen is telkens maar één territorium vastgesteld, meestal bij Wimmenum, of in een van de infiltratiegebieden. In 1994 waren in Kieftenvlak drie zingende mannetjes aanwezig, twee bruine en een rode. In het NPZK is het niet gelukt om een territorium te scoren tijdens de drie karteringen. Het voorkomen in de duinen van Kennemerland past bij de internationale ontwikkelingen en de EBCC-index toont een duidelijke piek in de jaren negentig, de jaren dat ze voor het eerst opdoken. Voor de reden van de westelijke opmars moeten we te raden bij Oost-Europa-deskundigen: behoort de Roodmus net als Grote Zilverreiger, Buidelmees en Krakeend tot de ecologische vluchtelingen? |
Links | |
|
06-02-2015eco-on-site |
<- | -> |