|
Appelvink
Coccothraustes coccothraustes
is ingedeeld bij de schaarse soorten.
De vroeger zeldzame Appelvink staat bekend als soort van oud loofbos,
en de eerste territoria in het onderzoeksgebied doken geheel naar verwachting op aan de binnenduinrand.
Bij het NPZK was de soort al langer bekend, maar anders dan bij het NHD houdt bij het NPZK de natuur niet op bij de binnenduinrand.
Het NPZK grenst over een groot deel van de oostzijde aan lommerrijke villawijken,
een soort voortzetting van de binnenduinrand.
Het lijkt aannemelijk dat de Appelvinken vanuit Aerdenhout en Bloemendaal de duinbossen van het NPZK hebben bevolkt
en zijn overgestoken naar het NHD.
De duinbossen zijn echter weinig geschikt voor Appelvinken, ook de oude duinbossen bevatten nauwelijks Haagbeuk of Kers,
er is weinig te eten voor deze pittenkrakers.
Maar ze pasten zich aan en ontdekten Amerikaanse Vogelkers als leveranciers van zaden. De Vogelkers groeide uitbundig in de struiklaag van
naaldbossen, die eerder gedund waren in het kader van de omvorming naar natuurlijker loofbos.
De verspreiding veranderde, de broedlocaties verschoven van de binnenduinrand naar het middenduin, in of tussen de naaldbossen.
Toen echter keerde het tij.
De Amerikaanse Vogelkers werd aangemerkt als bospest omdat ze de omvorming naar natuurlijk bos vertraagt,
en in het NHD werd prunus-bestrijding onderdeel van actief beheer.
Tussen 2007 en 2014 is de populatie in het NHD gekrompen, waarschijnlijk door de prunus-bestrijding.
In het NPZK is meer variatie in beheer en in delen van NM en SBB is Appelvink in de recente jaren nog verder toegenomen.
Zie ook Oud bos
|