|
Glanskop
Parus palustris
is ingedeeld bij de schaarse soorten.
Bij de kartering van 1982 is besloten om deze soort niet te tellen, veel te algemeen.
In de duinen van Kennemerland is de Glanskop inderdaad bijzonder algemeen.
Heel Nederland is gewend aan Glanskopjes als zeldzame of schaarse pietjes-precies, met een uitgesproken voorkeur voor oud bos.
Maar zo niet in de duinstreek, daar komt de soort algemeen voor, in alle bostypen.
De landelijke trend van deze soort is stabiel, met dipjes na strenge winters.
In het NHD is de stand na 1988 en 1993 echter fors toegenomen.
Een verklaring hiervoor kan gezocht worden in het iets ouder worden van de bossen,
maar de toename is zo groot geweest, dat andere oorzaken vermoed mogen worden.
In beide gebieden, NPZK en NHD, zijn de aantallen gegroeid tussen 2000 en 2007 en daarna weer ingezakt in 2014.
Aangezien er overeenstemming is in de trend, kan aangenomen worden dat de regio een regio-eigen trend heeft.
Als gebiedseigen ontwikkeling komt de afname van Sperwer in beeld, daarvan zou de Glanskop geprofiteerd kunnen hebben.
Tegelijk zijn saaie naaldbossen geschikter geworden door de toegenomen ondergroei als gevolg van maatregelen voor de omvorming naar natuurlijker loofbos.
De afname in de laatste jaren zou ook met de toename van Grote Bonte Specht in verband gebracht kunnen worden, want grote bonten roven elk nestje dat ze tegenkomen.
Anderzijds, 2010 en 2013 waren strenge winters die tot lage aantallen in de laatste kartering geleid zullen hebben.
Dit laatste is ook terug te vinden in de BMP-index, ook die vertoont die winterdip, maar de toename tot 2007 lijkt een regionale trend.
Zie ook Oud bos
|