Sijs Carduelis spinus is ingedeeld bij de schaarse soorten.
Elke winter komen er uit het noorden groepen Sijsjes bij ons overwinteren, soms grote groepen. Na een invasie-jaar blijven vaak vogels achter om bij ons te broeden.
Alle karteringen van de vorige eeuw vielen -toevallig- na een invasiejaar, met steeds enkele achterblijvers. Het jaar 2000 was een uitzondering, toen werden totaal vijftien paartjes geteld, de meesten in het kalkarme noorden.
Bij de vervolgonderzoeken is de soort wel waargenomen in het begin van het broedseizoen, maar in juni niet meer. In 2014 was er wel het gehele seizoen een paartje op vetbollen in een tuin aan de Johanna's-weg, maar dat jaar werd die regio (Castricum) niet geteld.
Uit de BMP-index valt het grillige voorkomen duidelijk af te lezen, verder blijken er na 2000 geen grote invasies geweest te zijn. Opmerkelijk is dat de BMP-index in 1993 hoger piekt dan in 2000. Het NHD had een hele hoge grondwaterstand in winter en voorjaar van 2000, 1993 was daarentegen kurkdroog. Sijsjes zijn zaadeters, gespecialiseerd op zaadjes van Berk en Els. Mogelijk was er in 2000 voldoende voedsel om te blijven en in 1993 maar weinig.
Op de lijst van het NPZK mist de soort, de eerste kartering van 1999 viel net een jaar te vroeg, in 2000 had het NPZK vast ook wel een aantal paartjes. Maar als er een nieuwe invasie komt, dan is de kans op nablijvers toch het grootst in het kalkarme noorden.

Zie ook Naaldbos