|
Grauwe Klauwier
Lanius collurio
staat op de Rode Lijst (met als motief voor opname "Bedreigd").
Toen het agrarisch industriegebied nog boerenland heette en iedereen wist waar het land van boer Pieters ophield en dat van de Janssens begon,
toen was de Grauwe Klauwier een algemene broedvogel.
Maar direct na de uitvinding en het gebruik van bestrijdingsmiddelen ging met deze soort mis, net als met andere soorten aan de top van de voedselketen.
Het is een klein roofvogeltje, met grote honger die vooral gestild wordt met grote insecten, hagedissen en jonge vogeltjes.
Verkerk (1968) noemt nog acht broedparen voor de duinen van Egmond in de jaren vijftig, maar al in de jaren zestig waren het nog maar enkelingen.
De afgelopen 10 jaar zit de soort weer in de lift (zie BMP-index), waarbij het Bargerveen een broeinest is gebleken.
In veel heide-gebieden in Drenthe en op de Veluwe is de soort weer terug gekomen.
De Zuid-Limburgse vogels, die vooral in kleinschalig cultuurlandschap voorkomen, zijn ook iets talrijker geworden.
In 2007 leek de duinstreek ook te gaan profiteren van de landelijke groei, dat jaar werd een paartje met een nest gevonden aan de zuidrand van Watervlak.
Helaas is het tot nu bij dit ene broedgeval gebleven, wel duiken soms solitaire mannetjes op, die echter meestal maar kort blijven.
In de toekomst zullen de omstandigheden voor dit rovertje waarschijnlijk verbeteren. Het wordt iets warmer, dat is gunstig voor grote insecten.
Ook de begrazing zal helpen om het insectenaanbod te verbeteren en dankzij het vee is een aardige populatie mestkevers ontstaan.
Door de begrazing is het aantal Zandhagedissen ook sterk gegroeid.
Al met al zal het aantal prooidieren nog verder groeien en wie weet wordt de Grauwe Klauwier ooit weer een gewone broedvogel .
Zie ook Struikgewas
Zie ook verspreiding van alle soorten van de Rode Lijst
|