![]() ![]() | ||||||||||||||||||||
Methode | ||||||||||||||||||||
![]() Bij de roofvogels is gebruik gemaakt van de gegevens van de Roofvogelwerkgroep Noord-Kennemerlands Duin (RNKD), die jaarlijks de nesten opspeuren en de resultaten volgen met telescoopcamera.
Aan de telgebieden zijn bij elk onderzoek minstens vijf grondige bezoeken gebracht aan bossen en vier aan open duin, met totaal ong. 10 minuten per hectare in open duin en ong. 20 minuten per hectare in bos. Om de nacht-actieve soorten te scoren werd in het donker begonnen en bij elk onderzoek zijn de telgebieden ook 's avonds bezocht. De onderzoeken zijn vergelijkbaar met de basiskarteringen van SOVON wat betreft opzet, uitvoering en intensiteit. De gegevens zijn waarschijnlijk niet volledig want de onderzoeken zijn minder intensief uitgevoerd dan BMP-karteringen en wel aan de strenge richtlijnen van het BMP onderworpen: de aantallen moeten dus beslist als minimum-aantallen worden beschouwd. Verder, de BMP-richtlijnen zijn recent gewijzigd (vervroegde datumgrenzen en kleinere fusie-afstanden) en bij de clustering van de data van 2012 zijn deze nieuwste richtlijnen gevolgd. Dit verschil in richtlijnen kan de vergelijking met voorgaande jaren beinvloeden. Op deze website wordt van de meest recente kartering (2012) in meer detail verantwoording afgelegd over de gevolgde werkwijze, met aandacht voor het aantal bezoeken, begintijd en eindtijd van elk bezoek, de teller, het weer, het totale aantal minuten per hectare, ed.. Voor details van de methode in 2012 zie inventarisatie-technische aspecten van de broedvogelkartering 2012 |